Voorwaarden standaard installatie

Inbegrepen standaard installatie

Maximale leidinglengte tussen de binnenunit en buitenunit 3 meter (extra leiding kan tegen meerprijs geleverd worden).
Het boren van een gat (circa 60 mm) door een houten wand of stenen spouwmuur voor de leidingen.
Het ophangen van de binnenunit en plaatsen van de buitenunit op opstellingsbalken. Indien de buitenunit aan de wand gemonteerd dient te worden (op maximaal 2,5 mtr), zijn wandbeugels tegen meerprijs leverbaar.
Elektrische aansluiting op randaarde wandcontactdoos of ander spanningspunt met voldoende capaciteit, binnen 2 meter van de binnenunit. De groep dient afgezekerd te zijn met minimaal 16 Amp. traag.
Condensafvoer binnenunit naar buiten op natuurlijk afschot (max. 3 meter).
Afpersen, vacumeren, controleren en inbedrijfstellen van de installatie.
Instructie aan gebruiker.
Installatie dient in één arbeidsgang plaats te vinden.
Monteren van afwerkgoot maximaal 3 mtr.

Bouwkundige voorzieningen en schilderwerk.
Vervaardigen van betonboringen, sparingen en dakdoorvoeren door derden te voorzien.
Leveren en monteren van een condenswaterpomp, indien het condenswater niet op afschot kan worden afgevoerd (zie toebehoren in de shop).
Buitenunit moet makkelijk te plaatsen zijn. Eventuele hijs- en takelwerkzaamheden zijn voor eigen rekening.
Elektrische voorzieningen buiten de apparatuur.
Aanleggen extra elektra voorzieningen (bijvoorbeeld grotere groepenkast).
Reservematerialen en onderdelen.
Alle materialen en/of diensten die niet uitdrukkelijk zijn genoemd.
Al het meerwerk wat niet voorzien of afgesproken is (op nacalculatie).